In tegenstelling tot andere soorten sla, vormt pluksla geen krop. De plantjes groeien uit tot losse bladeren die meestal jong geoogst worden. Als je de bladeren laat doorgroeien, kunnen ze vrij groot worden. De bladeren zijn zacht en hebben een milde smaak. Na het plukken of afknippen van de blaadjes, zullen de bladeren opnieuw uitlopen en kan je dus een tweede keer oogsten.
In pluksla zitten niet zo heel veel vitamines en mineralen, maar wat er in zit is goed voor ons lichaam en onze gezondheid. En alle beetjes helpen, toch? Er zit vitamine A in pluksla, en ook wat B11 en C, ijzer en kalium.
Zie zaaitijd.
Maart onder glas zaaien, de andere maanden kan in de volle grond. Als je op de aangegeven afstand zaait en uitdunt wordt het zo'n 45 cm hoog. Je kan ook dicht op elkaar zaaien (zie verder oogst). Zaai elke paar weken om de oogst te spreiden. Zaai in vochtige, voedzame grond in de schaduw van andere planten.
Zie oogsten en bewaren.
Als je ruim gezaaid hebt pluk je steeds de onderste bladeren zo vroeg mogelijk af. Dicht op elkaar gezaaid snij je het blad (niet de groeikern) af als de plant 6 cm hoog is zonder het hart te raken. De plant groeit dan weer aan voor de volgende oogst.
Zie vermeerderwijze.
Laat een vroege en een late soort doorschieten. Kies wel de planten die laat zaad schieten. Kropblaadjes die gaan scheuren haal je weg. Als de zaden gaan pluizen de stengels afsnijden en drogen. Schermen tussen de handen wrijven en kaf wegblazen.