Zie zaaitijd.
De april zaai heeft de voorkeur.
Zie (uit)planten.
Ook de april zaai mag nog in juli worden uitgeplant. Maak ruime plantgaatjes met organische mest, laat de worteltjes niet in aanraking komen met de mest.
Verzorgen:
Omvat de stam ongeveer halverwege en rits voorzichtig alle blad naar beneden toe af. Dit geeft mooiere spruiten.
Zie oogsten en bewaren.
Je kan de hele winter dooroogsten, ook bij vriezend weer.
Zie vermeerderwijze.
Selecteer en merk de planten met een geleidelijke vruchtgroei, een stevige stam, laat doorschieten en vaste spruiten. Laat deze planten staan en oogst er niet van. In het voorjaar snij je de kop schuin uit en smeer die in met basaltpoeder. De onderste en bovenste spruiten weghalen. Bloemstengels tegen de stam binden en steunen. Na ontwikkeling de bovenste schermen wegsnijden en na verkleuren de stengels afsnijden en drogen. In januari het zaad eruit wrijven in een emmer water. Kiemkrachtig zaad zakt naar de bodem. Zeven en snel drogen op absorberend papier.